Draken verslaan met Michaël

Op vrijescholen vieren de kinderen op 29 september het Michaëlsfeest, een roerig en vrolijk herfstfeest gebaseerd op de legende van de aartsengel Michaël die de draak verslaat. Soms heeft het elementen van een oogstfeest ‒ zoals een draak die van vruchten is gemaakt. De nazomer en vroege herfst stemmen ons vrolijk vanwege hun kleurigheid en overvloed. Maar die vrolijkheid is vermengd met weemoed, want ook de sterfprocessen in de natuur beginnen nu.

Tekst: Tineke Croese

Elk jaar willen we de zomer liefst wat vasthouden. Elk jaar hopen we dat het feest van kleur nog lang mag duren en de zonnewarmte nog even niet opraakt. Maar uiteindelijk is de nazomer een tijd van afscheid nemen. In de rijkdom van de oogst en de vlammende kleuren van bomen en struiken laaien leven en licht nog één keer op voor ze zich terugtrekken, voor ze de bomen kaal en de akkers leeg achterlaten, voor de dagen korter worden en de nachten lang. Al sterft de natuur in schoonheid, het is toch een sterfproces.

Licht en donker, leven en dood zijn eind september, begin oktober nog even in balans. Al eeuwenlang wordt die korte tijd van balans gemarkeerd door de feestdag van de aartsengel Michaël op 29 september. Een groot christelijk feest zoals Kerstmis of Pasen was ‘Sint-Michiel’ ook vroeger niet. Een groot volksfeest als Carnaval of Sint-Jan was het ook al niet. ‘Sint-Michiel’ was niet meer dan een gewone heiligendag. Als er nu ergens een Michaëlsfeest gevierd wordt, dan is dat door antroposofen.

 

De engel met de weegschaal en het zwaard

De aartsengel Michaël werd al in de eerste eeuwen van het christendom overal in Europa vereerd. Kunstenaars gaven hem weer in steen, hout, brons en in verf. Ook in volksverhalen en legenden speelde hij een grote rol. Twee ervan springen eruit: ze tekenen Michaël als de sterke engel die de draak verslaat, en als de engel die na de dood de mensenzielen weegt. Volgens de legende van de drakendoder kwam de aartsengel Lucifer in opstand tegen God. Hij kon niet accepteren dat de mens naar Gods evenbeeld geschapen was. De trotse Lucifer had zelf willen zijn zoals God. Op Gods bevel stootte Michaël ‒ zijn naam betekent: Wie is als God? ‒ Lucifer uit de hemel. Lucifer viel op de aarde en veranderde in een afzichtelijke draak die nu de mens belaagt. De strijd met de draak is nu een strijd van de mens, al staat Michaël hem bij. In de tweede legende treedt Michaël op als zieleweger, als de engel die na de dood de balans opmaakt tussen ‘goed’ en ‘kwaad’ in de mensenziel.

Beide legenden passen bij de herfst. Wat in de natuur licht en duisternis is, heeft een morele parallel in het innerlijk van de mens. Daar zien we licht en duisternis terug als goed en kwaad. Op de drempel naar de herfst roept Michaël de mens op om zich te bezinnen op het morele gehalte van zijn daden en gedachten, zich daar zo op te bezinnen alsof hij de drempel naar de dood al was overgegaan. Michaël roept ons op om net zo liefdevol, maar ook net zo eerlijk naar onszelf te kijken als hijzelf doet wanneer hij in het leven na de dood onze zielen weegt. Want alleen als je jezelf met je lichte en vooral ook met al je donkere kanten eerlijk en liefdevol onder ogen durft zien, kun je de ‘draak’ herkennen en verslaan. Die ‘draak’ heeft een dubbele gedaante. Aan de ene kant brengt hij je in de waan dat uitsluitend het goddelijke ertoe doet en dat je je alleen druk hoeft te maken om jezelf en je eigen ontwikkeling. Aan de andere kant houdt hij je juist voor dat er alleen een aardse werkelijkheid bestaat: er is geen goddelijke wereld. Michaël roept ons op om het evenwicht te zoeken tussen deze twee uitersten. Om een kompas te ontwikkelen waarmee we zelf onze weg kunnen vinden in goed en kwaad. De draak is geen fabeldier, maar moreel en spiritueel gezien een even reële als geduchte tegenstander.

Beeld: Fokke van Saanen

 

In het voetspoor van Michaël

Het Michaëlsfeest bestond vroeger niet, het wortelt niet in een traditie. Toch bestond er wel zoiets als een Michaëlsgedachte, die in de middeleeuwen vorm kreeg in het ridderideaal. Michaël was de beschermheilige van de ridders die opkwamen voor de zwakken in de samenleving, zoals weduwen en wezen. Ridders trokken ten strijde tegen onrecht, het liefst als er een schone jonkvrouw in het spel was. Ridderverhalen lijken zich af te spelen op de grens van een concrete werkelijkheid en een wereld vol sprookjesachtige beelden die een innerlijke werkelijkheid weergeven. In die beelden is de draak ook een bewoner van het morele moeras waar goed en kwaad maar moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn, en beschermt de ridder in de belaagde jonkvrouw de zuiverheid van zijn eigen ziel.

In onze tijd zijn we eigenlijk voor het eerst in staat om ook zonder zulke beelden te erkennen dat ‘het kwaad’ niet altijd een macht buiten onszelf is. In het voetspoor van Michaël als zieleweger richten we de blik naar binnen, om net als die middeleeuwse ridder ten strijde te trekken tegen de drakerigheid in onszelf. Daar is moed voor nodig. Een ridder moest bereid zijn te sterven in zijn strijd tegen draken en andere monsters. Wie het aandurft om zijn eigen duistere kanten onder ogen te zien, moet ook bereid zijn te sterven, al is het dan niet lichamelijk. Het is immers een van de moeilijkste dingen om te durven toegeven dat je door je tekortkomingen een ander onrecht hebt aangedaan. Om dat te kunnen, moet je een behoorlijk stuk ego opgeven, een stuk van je ego moet ‘sterven’ en dat vraagt een bijna bovenmenselijke, michaëlische moed.

 

Onze tijd: een grote herfst

De herfst is een roerige, stormachtige tijd waarin oude vormen verdwijnen om plaats te maken voor nieuwe. Want dat is sterven óók. In vroegere eeuwen riep het sterven van de natuur vooral gedachten op aan de eigen sterfelijkheid, en dat maakte de mensen bedroefd. Pas sinds het einde van de negentiende eeuw zijn we in staat om ook de schoonheid van de herfst te beleven. Toen pas begonnen mensen zich los te maken uit oude vormen en tradities die hun voorschreven wat ‘goed’ was en wat ‘kwaad’. Toen pas voelden ze zich innerlijk sterk genoeg om zelf uit te maken wat goed en kwaad is. Daarmee begon een zelfstandige morele ontwikkeling. Je zou kunnen zeggen dat door het loslaten van oude inzichten en het zoeken naar nieuwe, persoonlijke inzichten in goed en kwaad een ‘grote herfst’ is aangebroken in de mensheidsontwikkeling. Ook daar staat Michaël op de drempel, net zo strijdbaar als bij de jaarlijkse herfst. Het is terecht dat hij aandacht krijgt: hij wijst ons de weg naar een nieuwe tijd. Kan dat met een feest? Voor kinderen wel, natuurlijk. Zij vieren het Michaëlsfeest als een soort oogstfeest met heel veel beelden uit de legende. Maar voor volwassenen? Bij de strijdbaarheid van Michaël past volgens mij eerder een oproep dan een feest, de dringende oproep om tot handelen over te gaan. Michaël kan de draak niet voor ons verslaan. Dat moeten we zelf doen.

 

Dit artikel is gepubliceerd in de jaarfeestenrubriek van AM nummer 7, september 2017.
Meer lezen over jaarfeesten?

Sint-Maarten

Sinterklaas