Hoe kaarsenmakerij Dipam licht brengt in economische duisternis

De tafelkaars is het paradepaardje van kaarsenmakerij Dipam. Het zijn tweelingen van bijenwas, te koop in setjes van twee of vier. Sebastian Klijnsma, sinds maart 2018 de nieuwe eigenaar van Dipam, heeft er bij hem thuis altijd eentje op tafel staan: “Het lichtje hoort erbij als we gezamenlijk ontbijten en avondeten. Mijn zoontje steekt de kaars aan.”

Tekst en beeld: Annelijn Steenbruggen

Tijdens de hittegolf in juli werkte Sebastian Klijnsma in de werkplaats van Dipam eigenhandig mee met de productie van kerstboomkaarsjes. In de maanden ervoor had hij een bezoek gebracht aan de lontenfabrikant en bijenwasleverancier in Duitsland. Als kersverse eigenaar van een kaarsenmakerij wilde hij alle aspecten van het ambacht in sneltreinvaart door zijn hoofd en handen laten gaan. De voormalig bedrijfsjurist moest zichzelf wel af en toe in de arm knijpen: dat hij middenin de zomer bij een ton gloeiendhete bijenwas stond, voelde nog behoorlijk onwerkelijk. Toch is de carrièreswitch minder groot dan het op het eerste gezicht lijkt. Sebastian: “Als jurist adviseerde ik bedrijven bij het inrichten van samenwerkingsvormen. In de huidige economie is het belang van aandeelhouders en banken echter ongezond groot geworden. Ik zag winsten wegvloeien naar plekken waar het niet thuishoort. Als geld een doel is, gaan mensen roofbouw plegen op de samenleving en planeet. Met Dipam krijg ik de kans om een bedrijf in te richten dat concreet bijdraagt aan het welzijn en de toekomst van medewerkers en aarde.”

 

Gieten en dompelen
Sebastian is de derde eigenaar van Dipam. De kaarsenmakerij is in 1984 opgericht door Jos Willemse, bekend als de Odin-imker. Het kleine bedrijfsgebouw – met in alle ruimtes een zoete bijenwasgeur – ligt in een Driebergse woonwijk. Op de begane grond worden de kaarsen geproduceerd, verpakt en verzendklaar gemaakt. Sebastian kijkt graag naar gevulde kartonnen dozen in het magazijn, dichtgeplakt met oranje tape waar 'breekbaar' op staat: “Zo gaan onze kaarsen de wijde wereld in.” De eerste etage is ingericht als kantoor, waar Sebastian de bedrijfsvoering onderhoudt en innovatieve plannen uitwerkt. In de kantine ernaast houdt het team van zes medewerkers gezamenlijk koffie- en lunchpauze aan een grote keukentafel. Bij Dipam produceren ze op vier manieren bijenwaskaarsen: gieten of dompelen, mechanisch of handmatig. Sebastian: “De klassieke tafelkaars is bijvoorbeeld mechanisch gedompeld. De lonten spannen we op rekjes, die ronddraaien aan een carrousel. Met tussenpozen van vijf minuten gaan de rekjes koppie onder in de vloeibare bijenwas. Theelichtjes worden mechanisch gegoten. Grote kaarsen gieten of dompelen we handmatig.”

 

Steuntje in de rug
Momenteel heeft Sebastian drie medewerkers met een verstandelijke beperking in dienst. Zij zijn de echte ambachtslieden en maken en verpakken de kaarsen. “Door het ritmische, rustige en voorspelbare productieproces past kaarsen maken onwijs goed bij mensen die het lastig vinden om zelf structuur aan te brengen,” aldus Sebastian. “Bovendien geeft het voldoening om de kaarsen onder je handen te zien groeien of om een pallet met theelichtjes af te hebben.” Sebastian, die ook wekelijks een dag op een roc in Den Haag lesgeeft, heeft affiniteit met mensen die een steuntje in de rug nodig hebben. Bij Dipam kan hij zijn sociale drive uitleven: “Ik heb de contacten met zorginstellingen aangehaald. Op de werkplaats hebben we nog een plek gecreëerd waar iemand met verstandelijke beperking goed kan functioneren. Ook wil ik werk-ervaringsplekken aanbieden voor jongeren die van de praktijkschool afkomen. Bij ons kunnen de jongens en meiden leren om zich te verhouden met collega's, hoe ze opdrachten aannemen en taken uitvoeren.”

 

Mooie mix
Het geeft Sebastian een fijn gevoel dat hij zijn energie kan bundelen in een heldere missie: “Elke ochtend sta ik op met een doel voor ogen. Van financieel- tot personeelsmanagement liggen er zo veel opgaven in dit bedrijf die mij op het lijf zijn geschreven. Het is heus niet allemaal holadijee maar het biedt mij wel een uitdaging om het goed te doen. Dit werk is een ontzettende mooie mix van idealisme en commercie: met een duurzaam natuurproduct kunnen we onze ecologische footprint verkleinen en van de verkoop ervan kunnen gezinnen leven. Mijn bottomline is dat ik mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid wil pakken. Ik ben het gewoon maar gaan doen. De wereld is er rijp voor.”

Dit artikel verscheen eerder in Antroposofie Magazine 12, december 2018

Lees meer inspirerende artikelen voor de winter:
- Lichtgevende wortels en omhullende knollen: de gebaren van wintergroenten

- Aan de slag met de heilige nachten

Een spreuk om je binnenste stralend te houden