Een spreuk voor Sint-Jan

In 52 weekspreuken bracht Rudolf Steiner een ‘zielenkalender’ waarin de veranderingen in de loop van de seizoenen beleefbaar zijn. Door het jaar heen, beginnend met Pasen. Door ieder week de spreuk te lezen en op je te laten inwerken, ontstaat bewustzijn voor de verbinding tussen de menselijke ziel en de bovenzinnelijke wereld waarin die ziel is opgenomen. Het feest van Sint Jan is een bijzondere in deze reeks. Deze spreuk vormt een hoogtepunt in de cyclus. 

Tekst: Jana Loose
Beeld: Kit Le Large

Juul van der Stok weet alles van de betekenis van jaarfeesten in de stroom van de seizoenen. Ze maakte er een prachtig boek over met de titel Schipper mag ik overvaren? “De hoogzomertijd is de beste tijd om de schepping te ervaren wanneer je opgaat in het licht,” vertelt ze. “Al in de spreuken van de voorafgaande weken wordt dit aangekondigd, zoals in ‘….verlies jezelf om jezelf te vinden.’ Het ‘zelf’ dat je kunt vinden is je hogere zelf, of je ware zelf. Het hele jaar door dragen we dat in ons, maar in deze zomertijd komen we er het meest dichtbij: ‘….eens zal het inzicht komen: nu voelde jou een goddelijk wezen.’ Daar mag je in aanraking komen met die voorgeboortelijke rode draad. Dan weet je het weer: o ja, dat was ik van plan.” 

[tekst loopt door onder afbeelding]

Hoe beleeft Juul de spreuk voor Sint Jan? En speciaal de woorden: ‘De glans van wereldschoonheid dwingt mij mijn goddelijke levenskrachten te ontvouwen voor een wijde vlucht…’ “Die glans helpt mij om los te komen van agenda’s en afspraken en mijn hogere zelf te vinden. In de oorspronkelijke tekst staat het Duitse werkwoord ‘entbinden’. Dat kan je vertalen met ‘ontvouwen’ of ‘bevrijden’, maar het heeft ook de betekenis ‘verlossen’ of ‘baren’,” legt ze uit. “Mijn goddelijke levenskrachten kan ik verlossen van hun banden en  ze een vlucht laten nemen. Dan verlaat ik mijn kleine zelf om mijn hogere zelf te zoeken in het wereldlicht en de wereldwarmte. Dat ervaar ik als ik volledig en met bewustzijn in de natuur ben. Niet als een midzomernachtdroom maar anders, namelijk door juist heel aanwezig te zijn en op te gaan in dat wat zich wil manifesteren in de elementen.” 

Het bovenzintuiglijke wordt beleefbaar in de weekspreuken doordat het in woorden wordt gekleed die het hart raken. De taal van het hart komt daar in de plaats van de taal van het vaste denken. De ‘zielenkalender’ met de weekspreuken vormt een praktische weg van waaruit je vanuit antroposofie kunt handelen, maar het is ook een diep esoterische weg die helend werkt op de vraag: waar kom ik vandaan, waar ga ik naar toe? De weekspreuk van Sint Jan is daarvan een lichtend voorbeeld.

  • Juul van der Stok, Schipper mag ik overvaren? De jaarfeesten in de stroom van de seizoenen, Nearchus, 2015 (3e herziene druk) 
  • Rudolf Steiner, Antroposofische weekspreuken, Rudolf Steiner Vertalingen.

Dit artikel verscheen eerder in Antroposofie Magazine in 2017. 

 

Verder lezen:

- Stoere bloemenkransen en Sint-Janstosti's in de tuin van Daan Rot

- Sint-Jan: een nacht vol toverkracht

Bekijk al onze artikelen over de jaarfeesten